Griet Dobbels presenteert tijdens ARPIA 2012 haar voorstel "The map is not the territory", een ingreep in het landschap waardoor het landschap op zich op termijn een kaart wordt.
Vanuit vogelperspectief bekijkt ze de wereld. Ze hoort niet bij een zwerm, niet bij een vluchtstroming. Griet Dobbels is vogel-vrij. Vanaf het wijde zwerk speurt en zoekt ze; ze ziet het allemaal wel maar met de nodige afstand. Haar werk is dan ook zo zwevend concreet en zo vervreemdend dichtbij.
300 kilo Cultuur. Anderhalve km lange lectuur. Kunst uitgedrukt in cijfers. Maar niet in geld. Het is een beetje derouterende, ontnuchterende kunst: een boek dat opgepeuzeld kan worden. Teksten van wijsgeren, kunstcritici, een bankier, een collectioneur, culinaire specialisten,... Eerbare auteurs in een eetbaar boek. Smossen met cultuur is bijna godslastering. Vloekt Griet Dobbels? Ze bekijkt de dingen en de wereld nogal averechts. Hoe gaan mensen met cultuur om? Ze vreten het; soms obsessief, kannibalistisch zelfs. Haar werk stelt schijnbaar simpelweg de vraag. Voor eenieder begrijpbaar en leesbaar: een boek of een grote rol in witte ouwel (hostie) en daarop lillende letters gedrukt in vreetinkt. De zacht zoete geur die zo`n boek verspreidt, doet watertanden. Maar je kan kunst toch niet opeten. Of wel? Is kunst dan geen voedsel voor de geest? Consumeren of consu-minderen we kunst? Is de herinnering het enige overblijfsel na het verbruik van kunst?
Inzake heiligschennis is Griet Dobbels niet aan haar proefstuk toe. In 2000 sculpteerde ze al eens een eetbaar beeld. Een Mariabeeld in rundervet en vogelgranen. Het stond tentoongesteld - in het kader van de Londense "Secret Gardens" - in de tuin van een bejaardentehuis. Hoe sterfelijk is een mensenleven? Hoe onsterfelijk is kunst? Met de tijd en de vogelbekjes veranderde de sculptuur; ze krimpt. Als een beeldhouwwerk van een kathedraal, verschrompeld door zure regen en de tand des tijds, veranderen Maria`s vormen. Tot enkel de sokkel overbleef. Het plastische werk had wel een heel andere dimensie gekregen.
Kunst voor de eeuwigheid en een Oscar voor de kunstenaar, Griet dobbelt met onsterfelijkheid.
In tegenstelling tot haar keramische vorming, bakt ze haar artefacten niet voor altijd. Haar beelden zijn meer dan breekbaar. Ze zijn kwetsbaar en net daardoor ook zo ontroerend.
Aangrijpend was ook haar ingreep in Kasterlinden,een tehuis voor jongeren met een visuele, motorische, mentale of auditieve handicap. Aan lange relingen hechtte ze voorwerpen als steun en oriëntatie. In de badkamer worden aan een inox leuning zeepjes en sponsjes in aparte kleuren en vormen geplakt. In het klaslokaal hangen zakken met ritsen, knopen, muziekinstrumenten. Een leuning om mentaal te steunen.
Aanraken. Tactiliteit zit verweven in haar werk. Zintuigen zijn er om af te tasten. Daarom was haar oorspronkelijke opleiding als grafisch vormgeefster een keurslijf. Het was ook te abstract: letters werden tekens zonder achtergrond. Die beperking zette haar ertoe aan keramiek te gaan studeren en dat bracht haar naar het prestigieuze Londense Royal College of Art en zelfs 3 maanden in Japan.
De properheid van het land van de rijzende horizon bracht haar op het idee van een bizarre kubus van zakdoekjes. Zakdoekjes in reclamepakjes die overal worden uitgedeeld. Nette mensen, die Japanners, zeker met een publiciteit van pornoproevertjes. Dobbels stapelde ze tot een hectische vorm met een holte erin. Een holte - het tegenovergestelde van een uitstulping - die een zekere magische aantrekkingskracht heeft. Eenzelfde motief was ook terug te vinden in haar keramiekwerk uit die periode.
Vrouw Holle-Bolle uit het sprookje creëert inderdaad feeërieke beelden: een installatie van petflessen waarbij hoe verder je evolueert in het kunstwerk, hoe meer je met je hoofd tegen de kunst botst. Kunst als frustratie.
En vooral niet elitair: in Brugge spreken ze nog over de kunstzinnige bruisballen die badgasten deden... zwemmen in het geld. In het kader van Brugge, culturele hoofdstad 2002 en in samenwerking met de Nationale Bank, bedacht Griet Dobbels een ludiek artistieke actie. Met de leerlingen van een cultureel niet voorbestemde beroepsafdeling werd een heel actie- en communicatieplan opgezet. Brainstorming werd geboetseerd tot welriekende badballen. Geld werd roze gewassen.
Poëtisch surrealistisch en onderhuids rebels zijn ook de "Winds Socks", windzakken op de dijk van Knokke. De natuur, de wind, de zon betoveren de kunstwerken; natuurelementen bepalen hoe de gestreepte textielhulsels - als op luchthavens - zich aftekenen. Zoals in haar vele andere werken trekt Griet Dobbels zich, eens het denk- en realisatieproces voltooid, terug. Ze heeft de kousen van de wind ontworpen, gefotografeerd in het straatbeeld, bijgewerkt en bijgetekend op de afdrukken. Maar elke kunstwerk is anders. Niet alleen in het hoofd van de kijker, maar ook in de tijd en op een plek. Het zijn -schijnbaar - zo`n achteloze ingrepen maar zo`n wezenlijke, fundamentele queesten.
Wat is waar en werkelijk als het anders wordt ervaren, gezien, gevoeld, ondergaan? Wat is illusie? Wat is vergankelijkheid? En waarom helpt schoonheid? Waarom zijn de werken van Griet Dobbels wel stil maar niet kil? En hoe komt het dat er ergens - heel diep - een mankement knaagt?
Knagen, zoals de marmotjes, mensjes die naar het grote boek der wijsheden komen gerollebold. Ze sabbelen en knabbelen aan de artistieke thora. Misschien herinterpreteren ze het verhaal; misschien zijn ze een metafoor van haar eigen (Vlaamse) aard om alsmaar nijver te nijveren. In de olijke tekeningen zijn de wezentjes olijk maar eens in beweging op de animatiefilm worden het knaagdiertjes. Knagen ze aan ons artistiek, vooringenomen snobisme?
Stoffen sculpturen, badbruisballen, vergankelijke beeldhouwwerken, fotocollages, tekeningen, eetbare boeken, animatiefilms vertellen allemaal dromen van een werkelijkheid, over tevelen en tekorten,... over een kunstenares die grenzen aftast en vragen stelt.
Eindigt een eetbaar boek met een punt? Met een vraagteken? Een vraag naar nog?
Hoe verhouden individuen zich tot een landschap. Je kan tegenwoordig vanuit je zetel éénder welke plaats in de wereld bekijken via Google Maps. Tegelijkertijd ontstaat door de onmetelijke grootte van deze ruimte een behoefte tot kleinschaligheid, een behoefte om dit landschap uit te tekenen, letterlijk te structureren en in kaart te brengen. Dit helpt om zich te positioneren in het globale landschap (the global cyberspace).
Dit voorstel is een ingreep in het landschap waardoor het landschap op zich op termijn een kaart wordt. Het landschap wordt gezien als een blad papier met hoogtelijnen, die letterlijk worden aangeduid en bepalen waar je staat. Ze vormen een referentiekader waarin het individu een houvast vindt.
Het landschap wordt een bewegende maquette, waar je groepen aan de hand van tekens en markeringen in bepaalde richtingen doet bewegen en die op deze manier het landschap anders doet bekijken.
Concrete uitwerking
Door middel van hoogtelijnen worden verschillende wandel- en/of fietspaden gecreëerd. In eerste instantie worden de hoogtelijnen met een kalklijn aangeduid. Sommige hoogtelijnen zijn concentrische cirkels, anderen stoppen aan de rand van het domein. Deze ‘open-einde’ hoogtelijnen vormen uitkijkpunten naar waar de hoogtelijn zou verder lopen.
Zoals op een kaart met hoogtelijnen wordt de effectieve hoogte aangeduid met cijfers (- 5 -) in beton in de grond.
Na verloop van tijd zal de kalklijn verdwijnen en ontstaat een natuurlijke, organische lijn, gevormd door de wandelaar. Dit pad zal na een aantal jaar zichtbaar worden op Google Maps.
Door groepen mensen wordt een fysieke kaart getekend in het landschap die op haar beurt het landschap doet bewegen.
Situering
Het belang en functie van de ruimte, tijdelijkheid/tijdloosheid, vluchtigheid, het moment, het landschap, grensgebieden, opbouwen/afbreken en het werken op schaal zijn belangrijke inhoudelijke elementen in mijn huidig werk.
Voorbeelden hiervan in het afgelopen jaar zijn de interactieve videoanimatie projectie/installatie ‘Dubbel 00’ (Voorkamer (Lier) ) en het werk My gated communities.
Vanuit deze inhouden en vooral vanuit mijn interesse naar het steeds op zoek gaan naar ander media, kan dit project - het letterlijk aftasten in het landschap - een verdere stap in mijn onderzoek betekenen.