Johan Opstaele toont op ARPIA 2012 kunstenfestival zijn videoinstallatie `Innerlijke bewegingen van een landschap`, die o.a. bestaat uit een selectie uit de160 uren beelden die hij van op zijn woonschip ‘MS Dover’ filmde van het hem omringende water.
Johan Opstaele, geboren in 1954 in Gent, is visueel kunstenaar en filmmaker.
Hij startte met een reeks monumentale kunstprojecten op muziekfestivals waaronder de ‘Kleurmodule’ en het ‘Iris-watermonument’ op het festival ‘LeffingeLeuren’
In de jaren negentig maakte hij twee korte fictiefilms ‘Containers’ en ‘Dada’ die vertoond werden in een rondreizend monumentaal sculptuur dat tourde door ons land, maar ook in Nederland, Frankrijk, Engeland en Portugal.
Zijn beeldend werk was te zien in groepstentoonstellingen en in twee solotentoonstelingen in Gent: ‘IWALU’ in de Campo Santo kapel en ‘Memory On/Off’ in het Caermersklooster.
Sinds 2005 richt hij zich vooral op videowerk waarin hij ‘het moment’ onderzoekt. Hij startte binnen dit kader in 2007 een doctoraatsonderzoek met als titel: ‘A la recherché du moment / Framing the moment’
Zijn onderzoek start bij het observeren van de bewegingen van water, van planten en bomen, om tenslotte met dezelfde onderzoekende blik het lichaam van de mens te observeren. Hij vindt het ‘moment’ even belangrijk als het ‘narratieve’, dat volgens hem een te grote plaats inneemt in onze maatschappij, waardoor er te veel nadruk gelegd wordt op oorzaak en gevolg en te weinig op het `zijn`.
Een eerste selectie van deze videowerken was begin 2012 te zien in de Bijlokecampus van de ‘School of Arts’ in Gent onder de titel ‘Water without Land / Moment without Narrative’.
Ook de videoinstallatie ‘Innerlijke bewegingen van een landschap’ die hij in ‘ARPIA’ vertoont bestaat o.a. uit een selectie uit de 160 uren beelden die hij van op zijn woonschip ‘MS Dover’ filmde van het hem omringende water. Het werk `Zelfportret II`, een weerspiegeling van een menselijk silhouet op het bewegende wateropppervlak, staat centraal in de opstelling.
Het ‘moment’ en de ‘innerlijke beweging van een landschap’
Johan Opstaele
Gent, 17 juli 2012
Om het landschap te kunnen ervaren moeten we onze innerlijke beweging aanpassen aan die van het landschap. Daardoor ontstaat er een andere innerlijke tijdsbeleving die ons verbindt met dit landschap en alles wat het omvat.
Het landschap bestaat naast vormen ook uit ontelbare bewegingen die elk hun eigen snelheid en karakter bezitten. Niet enkel het water, de wolken en de bomen laten zich bewegen door de wind, maar ook elk individueel grassprietje, elke blaadje, tak of twijgje beweegt volgens een persoonlijk bewegingspatroon. Dit patroon toont ons de ontmoeting tussen de wind en deze planten. Het is een bewegingstaal die tot ons kan spreken indien we open staan voor wat ik het ‘moment’ zou willen noemen.
Mijn werk gaat al enkele jaren over de zoektocht naar dit ‘moment’:
een tijdsbeleving die los staat van de lineaire mechanische tijd en die ook doorschemert in het werk Virginia Woolf in haar roman The Waves uit 1931. Zelf noemt ze deze wezenlijke momenten ‘moments of being’ en om deze te bereiken moet men zijn ik opgeven, loslaten om zijn zelf te vinden. In The Waves zijn de personages enerzijds scherp afgebakende individuen, met een handelend ‘ik’ dat leeft binnen de kloktijd, en aan de andere kant zijn ze verbonden met een ander, dieper gelegen ‘zelf’, dat zich beweegt in de ‘stroom van de tijd’. (Joke J. Hermsen, Stil de tijd, pleidooi voor een langzame toekomst, De Arbeiderspers, Amsterdam 2009)
Ik heb zelf een gelijkaardig gevoel als ik het moment in mij toelaat en er mee samenval. Ik voel me los van tijd en ruimte en ook los van mijn eigen narrativiteit, geschiedenis en identiteit. Ik voel me dan met iedereen en alles in de wereld verbonden, alles wordt ‘moment’ en stroomt binnen in mij, buiten tijd en ruimte.
Volgens Hegel zijn wij als bewuste en talige wezens niet in staat tot de onmiddellijkheid, omdat we voor onze ervaring aangewezen zijn op talige bemiddeling. Dankzij deze bemiddeling zijn we in staat afstand te nemen en dus te beschouwen en te spreken, te herinneren en zo voort. We leveren daarvoor echter wel de onmiddellijkheid van de ervaring van het nu in, dat wil zeggen van het volledig in het ogenblik, in het moment zijn. (ibid.)
Het is de taal die ons ‘het moment’ heeft doen verliezen, het is de taal die het mogelijk heeft gemaakt dat wij denkende wezens worden, om de wereld om te zetten in begrippen, zodat we alles kunnen benoemen. Maar wat dan met het ‘onbenoembare’ dat wat taal niet kan uitdrukken? Als we het moment in ons toelaten, de wereld in zijn geheel en in al zijn delen, dan krijgen we terug contact met dit onbenoembare. Het zit dan niet meer verstopt achter de taal, maar we zijn er één mee, we zijn, al is het maar voor even, het ‘onbenoembare zelf’.
Het ‘moment’ staat ook los van ‘het nu’, want nu is nog altijd een referentie naar het begrip tijd, terwijl het moment er helemaal los van staat. De klassieke narratieve vijf W’s: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom - zijn op het ‘moment’ helemaal niet van toepassing.
In onze huidige westerse maatschappij die steeds meer benoembaar geworden is, meer begrijpbaar geworden is via een causaal denken, voelen de mensen zich steeds minder begrepen. Meer nog, ze begrijpen hun ‘zelf’ minder en minder omdat is er steeds minder plaats voor het onbenoembare. Het wegvallen van religie, die nog plaats bood aan dit onbenoembare, heeft dit gemis nog versterkt. Vandaar dat het verlangen naar het ‘moment’ in onze maatschappij zichtbaar wordt in de groeiende aandacht die er besteed wordt aan meditatie, mindfulness, onthaasting en zo voort. Vandaar ook een scherpe toename van het aantal depressies en zelfmoorden, die het gevolg zijn van een overdaad aan afgebakende structuren waarin de mens als een ‘ik’ moet functioneren en een gebrek aan ‘moment’ waarin hij als een ‘zelf’ verbonden is met de wereld.
Ook het internet, dat ons daadwerkelijk verbindt met de rest van de wereld, is slechts een materiële verbinding van ons ‘ik’ met miljoenen andere ‘ikken’, terwijl we diep van binnen verlangen naar onszelf. En dat is niet op het internet te vinden.
Maar in de beweging van de natuur, de planten en bomen en de beweging van het ongrijpbare water, dat nooit nu is en de wereld in stukken weerspiegelt en vervormt tot een nieuwe werkelijkheid, daarin ligt ‘het moment’ verborgen, het moment dat zo moeilijk te beleven is. In dat water, waaruit elk levend wezen dat ooit bestond ontstaan is en dat ons als een soort ‘World Water Web’ met de hele planeet verbindt, in dat water vinden we misschien onszelf terug.
Sinds 2005 richt Johan Opstaele zich vooral op videowerk waarin hij ‘het moment’ onderzoekt. Hij startte binnen dit kader in 2007 een doctoraatsonderzoek met als titel: ‘A la recherché du moment / Framing the moment’
Zijn onderzoek start bij het observeren van de bewegingen van water, van planten en bomen, om tenslotte met dezelfde onderzoekende blik het lichaam van de mens te observeren. Hij vindt het ‘moment’ even belangrijk als het ‘narratieve’, dat volgens hem een te grote plaats inneemt in onze maatschappij, waardoor er te veel nadruk gelegd wordt op oorzaak en gevolg en te weinig op het `zijn`.
Een eerste selectie van deze videowerken was begin 2012 te zien in de Bijlokecampus van de ‘School of Arts’ in Gent onder de titel ‘Water without Land / Moment without Narrative’.
Ook de videoinstallatie ‘Innerlijke bewegingen van een landschap’ die hij in het kader van ARPIA 2012 vertoont, bestaat o.a. uit een selectie uit de 160 uren beelden die hij van op zijn woonschip ‘MS Dover’ filmde van het hem omringende water. Het werk `Zelfportret II`, een weerspiegeling van een menselijk silhouet op het bewegende wateropppervlak, staat centraal in de opstelling.