Sinds 2005 maakt deze dokter in de Toegepaste Mimetica een onderzoek naar een door hem ontdekte stam in het dierenrijk, namelijk de parapluspin. Een variant daarvan is de stronkse parapluspin.
De heer Wolfgang von Leverkühn is een schimmig figuur over wiens leven weinig meer is geweten dan de voor velen wellicht ongeloofwaardige aannames die hij zelf de wereld instuurt. Zo beweert hij nog lessen gevolgd te hebben bij Theophrastus Bombastus, Athanasius Kircher en Agrippa von Nettesheim, wat hem een wetenschappelijke anomalie van meer dan vijfhonderd jaar oud zou maken. Omwille van het onderricht dat hij genoten heeft, eist hij voor zichzelf de titel Prof Dr in de Toegepaste Mimetica op.
Tijdens meer rationele en verlichte tijden zou hij ondergedoken geleefd hebben na dreigementen ontvangen te hebben uit filosofische en wetenschappelijke hoek.
Pas in 2005 duikt de heer von Leverkühn terug op als de ontdekker van de Arachnea parapluviosis, de parapluspin.
Sommigen beweren hem eerder teruggezien te hebben, in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, als een geregeld bezoeker van diverse bacteriologische instituten.
Wolfgang von Leverkühn kwam in 2005 terug boven water met zijn Arachnea parapluviosis, de parapluspin. Deze parapluspinachtigen kunnen overal en op elk tijdstip opduiken. Verscheidenen hebben al geprobeerd hen uit te roeien, wegens wetenschappelijke incorrectheid.
Zijn nieuwe soort, Arachnea parapluviosis mixtrunca (de stronkse parapluspin), is anders dan zijn voorgangers. Hij gaat helemaal op in zijn omgeving en camoufleert zich, terwijl de rest heel prominent en opzichtig aanwezig is.
Binnen in de oude steenbakkerij was er tijdens de expo `Sporen` een nest te vinden van de Arachnea parapluviosisis in de stalen dakconstructie. De volledige, maar online niet meer bestaande, Wikipedia-pagina van deze merkwaardige dierensoort hing erbij. Alle delen van de familie werden uitgelegd en ook hun geschiedenis kwam aan bod.
Buiten waren er een paar exemplaren van de Arachnea parapluviosis mixtrunca present op enkele indrukwekkende, half vermolmde boomstronken. Als deze soort niet uitgeroeid werd kunnen zij zich daar nog steeds bevinden.